Het zeedorpenlandschap: herkenning, waardering, beheer in vogelvlucht
Red.: dit artikel is gebaseerd op het document ‘Landschapstype Zeedorpenlandschap’, opgesteld ten behoeve van duinbeheer door het PWN; aan het eind staat een link naar het artikel ‘Kalkgraslanden van de duinen’ dat de auteur in 1994 publiceerde in het tijdschrift De Levende Natuur. Hierin gaat hij uitgebreid in op gebruik, bodem en de bijzondere vegetatie. In de onderstaand verhaal veel voorbeelden rond Wijk aan Zee. Het landschapstype is in meer of mindere mate aanwezig bij alle oude zeedorpen van Scheveningen tot en met Egmond aan Zee ) en kent ook varianten als ‘duindorpvegetatie’ zoals lokaal aan de binnenduinrand bij Heemskerk en Castricum (Papenberg).

Bloemenzee in het Vuurbaakduin met o.a. ossentong (wit en blauw), bitterkruid, bitterkruidbremraap, glad en geel walstro, grote ratelaars 6-7-2013 foto Rienk Slings. De toren op de achtergrond is het zgn. “hoogreservoir” een soort watertorentje op het duin.
Landschap
In trefwoorden: er is sprake van een “ongeordende” geomorfologie; windkuilen; duinlandjes; bloemrijke graslanden; bijzondere fauna; struwelen.
In de duinen rondom de oude zeedorpen komt een afwijkend duinlandschap voor met bijzondere levensgemeenschappen van planten en dieren die men de naam ‘Zeedorpenlandschap’ heeft gegeven.
Het zeedorpenlandschap is ontstaan door zeer langdurige (ongeveer 1000 jaar), maar in de tijd en intensiteit afwisselend menselijk gebruik van het duin rondom de oude zeedorpen in de kalkrijke duinen, zoals Wijk aan Zee en Egmond. Soms waren er perioden van roofbouw (waarbij het duin zo intensief gebruikte dat het volop in verstuiving raakte), soms had men het duin niet nodig en gebruikte men het nauwelijks, de ‘pastorale’ fase. Dit hing vooral samen met het wel en wee van de kustvisserij, zoals tijdens de tachtigjarige oorlog (1568-1648) en in de 20e eeuw met de opkomende badcultuur. Het gebruik bestond uit begrazing, betreding, kappen van struiken, trekken van helm, winnen van duinplaggen, maar ook het boeten van netten (waardoor fosfaathoudend zeewier in het duin kwam), of zelfs het bewust bemesten van graslanden met zeeafval, zoals de soms massaal aanspoelende zeesterren. Vanaf ca 1850 vindt pas ontginning van duinvalleien tot duinlandjes plaats, soms tot kilometers diep in het duin. Door het eeuwenlange gebruik ging het oorspronkelijk aanwezige ‘Dauwbraamlandschap’ (het dominante zeewaarts gelegen landschapstype volgens de indeling van Henk Doing, die ook de term Zeedorpenlandschap bedacht, dat ontstaat als de kust afslaat en landinwaarts verstuift, het duin kalkrijk is waarin dauwbraam opvallend aanwezig is) over in het ‘Zeedorpenlandschap’. De menselijke invloed heeft zich bij tijden ver uitgestrekt: zo is de invloed van Wijk aan Zee tot in het huidige Nationale Park Zuid-Kennemerland terug te vinden (in de vorm van restanten van zeedorpenvegetaties en uitgestrekte duinrooshellingen, als teken dat hier vroeger zeedorpengraslanden waren) . Maar doordat een groot deel ten noorden van Wijk aan Zee adellijk eigendom was, reikte de invloed hier niet veel verder dan tot aan de grens met Heemskerk. Ook van Egmond was het maximale invloedsgebied asymmetrisch, maar andersom: om de noord groter dan om de zuid, wat mogelijk samenhangt met andere bezitsverhoudingen rond Egmond vanaf de Middeleeuwen.

Bodemprofiel in het zeedorpenlandschap van Vuurbaakduin Wijk aan Zee met oorsilene schermhavikskruid; zichtbaar zijn slakkenhuisjes 6-7-2013 foto Rienk Slings

Chaotische morfologie van de duinen rond zeedorpen met o.a. lokaal oude en nieuwe stuifkuilen; foto Rienk Slings
Processen
In perioden met roofbouw ontstonden veel chaotische, maar relatief kleinschalige (d.w.z. kleiner dan 3 ha aaneengesloten) windkuilverstuivingen. Dicht bij het dorp, waar het gebruik altijd het intensiefst was, kwamen ook grote verstuivingen voor. Door de vele verstoringen ontstonden hier echter geen zuivere parabool- of kamduinvormen. Duinvormen zijn hier vaak chaotisch of simpeler gezegd: rommelig.
Aan de zuidwestkant van Wijk aan Zee probeerde men deze verstuivingen tegen te houden omdat het zand wegen, huizen, akkertjes en warmoezerijen bedreigde. Hierdoor is aan de loefzijde een onnatuurlijk hoog gelegen duingebied kon ontstaan, waarvan het Paasduin en de Klugte bij Wijk aan Zee duidelijke voorbeelden zijn. Getuige de aanwezigheid van, nu vastgelegde, heuse loopduinen in de nabijheid van de zeedorpen moeten er echter ook perioden met zeer grootschalige verstuivingen zijn geweest: zie bijvoorbeeld het in het noordoosten van Wijk aan Zee gelegen Kneuenduin, en het duin oostelijk van het Starrevlak.
In combinatie met betreding, (vee)begrazing, en mogelijk fosfaatrijke bemesting ontstond een bijzondere zowel relatief humusrijke als kalkrijke bodem, die een bijzondere vegetatie draagt.
In perioden met weinig gebruik leidt ontkalking door uitspoeling van kalk met de van nature zure regen al tot snelle successie van open duin naar laag struweel met o.a. liguster en duindoorn.
Typerende (processoorten) – zijn o.a. hondskruid, bitterkruidbremraap, silenesoorten (kegel-, nacht- en oorsilene), wondklaver, ratelaars, en de patrijs.
Ongewenst vanuit beheeroptiek is sterke nieuwvestiging of uitbreiding van wilde liguster en/of duindoorn. Vergrassing met duinriet, frans raaigras, basterdstrandkweek of zachte haver kan voorkomen.
Beheerstrategie in dit landschapstype is : patroonbeheer d.w.z.men streeft er naar om kenmerkende levensgemeeschappen te handhaven door zonodig te kappen, te begrazen of soms te maaien. Ook branden van struweel kan een waardevolle maatregel zijn, maar door de maatschappelijke weerstand hiertegen wordt dit weinig gedaan. Het beheer bestaat voornamelijk uit (seizoens)begrazing met zwaar vee; gebruik van duinlandjes op traditionele manier. Geleide betreding. Uitblijven van kleinschalige verstuivingen is zorgpunt, vanwege benodigde kalkinput om ontkalking tegen te gaan. Mogelijk is herintroductie van uitgestorven planten (akkeronkruiden) en dieren (bv veldparelmoervlinder) een optie.
Zonering
Omdat door begrazing vanuit de boerderijen en dorpen aan de binnenduinrand zeedorpenachtige begroeiingen zijn ontstaan, is het niet altijd eenvoudig om bepaalde terreindelen bij het zeedorpenlandschap, dan wel de binnenduingraslanden in te delen. Doordat in vroeger eeuwen de zeedorpeninvloed zich veel verder heeft uitgestrekt dan tegenwoordig, is het trekken van grenzen ook enigszins arbitrair.
Waarden en kwetsbaarheid
Natuurwaarden zijn vooral gekoppeld aan de bloemrijke graslanden en daarvan afhankelijke insecten, alsmede aan de vele zandplekken. Bedreigde & karakteristieke vaatplanten (orchideeën) en insecten (o.a. nachtvlinders zoals de aan silenes gebonden nachtvlinders) komen hier voor.

Nachtsilene met nachtvlinder, het uiltje Dianthoecia albimacula. Bron: Artis Bibliotheek; tegenwoordig witvleksileneuil geheten.
Andere insecten zijn (recent) uitgestorven, zoals de veldparelmoervlinder bij Wijk aan Zee en het oorsilene-uiltje bij Egmond. Recreatieve waarden bestaan uit de beleving van rijke, weelderige natuur. Soms is het er gezellig druk en er zijn altijd hondenuitlaatrondjes. Duinen dichtbij de Zeedorpen worden veel gebruikt voor trimrondjes na het eten. Zeedorpenduinen behoren in Noord-Holland tot de drukst bezochte delen van de open duinen. Plaatselijk ook met opzet buiten de paden. Er zijn vele spelmogelijkheden. De cultuurhistorische waarde van nog actief gebruikte duinlandjes is groot. De aardkundige waarden zijn doorgaans sterk beïnvloed door eeuwenlang intensief gebruik. Vanwege de nabijheid van de zee zijn er geen hoge archeologische waarden te verwachten. Maar hierop zijn uitzonderingen, zoals bij Noordwijk waar de kust is verder afgeslagen dan bij Wijk aan Zee en nu in Romeinse tijd reeds bewoond binnenduin aan de zeereep kan grenzen.
Voor alle normale recreatieve gebruik is dit duin niet kwetsbaar, met uitzondering van de voortplantingsperiode van dieren. Betreding is, in gradiëntvorm, zelfs gewenst. Dit kan zowel door vee als door de mens. Voordeel van vee is de grote stuurbaarheid. Mensen laten zich door de beheerder veel moeilijker sturen. Beide vormen zijn echter gewenst omdat ze elkaar aanvullen.
Links
Achtergrond artikel:De Levende Natuur 95 (4) pag.120-130 (1994) De kalkgraslanden van de duinen door Q.L.Slings
Film: honden en hondskruid
Artikel over hondskruid
Historische beelden van Wijk aan Zee:
Jacob van Ruisdael ca 1665 (tekening)

Wijk aan Zee door J. van Ruisdael 1660-1670 Fondation Custodia, Collection Frits Lugt, Parijs; Penseel in grijs zwart krijt
Pingback: Duinen en mensen » Duinbeeld (8): Salomon Verveer, Scheveningen
Pingback: Duinen en mensen » Zeedorpen in kalkrijke duinen tekenden het landschap