Twijfel bij natuurherstelplannen: heel gezond
(door: Rolf Roos)
Dit artikel bevat een vraag en een wens. De vraag luidt: pakken we het in Nederland wel goed aan met de vele grote ingrepen in natuurgebieden? De wens betreft openbaarheid. Op Voorne hebben we beheerders als Natuurmonumenten en Zuid-Holland Landschap gevraagd hun plannen openbaar te maken en daar wordt slechts in bescheiden mate op gereageerd. Er zijn er ook maar weinig wetenschappelijk verantwoorde evaluaties van natuurherstelplannen.
In natuurgebieden zien we tegenwoordig overal graafwerk. Lokaal is daar soms fikse weerstand tegen maar, zegt de beheerder, het is ten behoeve van natuur. Althans dat is de bedoeling. Bomen worden geruimd, bodems geplagd of afgegraven, meestal met de beste bedoelingen. Vergraste hei en dichtgegroeide duinen, daar willen we toch vanaf? Het duin moet toch weer stuiven? Is er niet teveel bos in het open duin? Terechte vragen. Natuurherstel verdient natuurlijk onze steun want veel natuur is kwetsbaar en bedreigd, maar soms ontkom je niet aan de indruk dat er veel geld is vrijgekomen (bijv. voor stikstofmaatregelen) en dat dat geld dan snel moet worden uitgegeven. Of dat er andere doelen in het spel zijn (bijv. verhoging van de zeereep) die worden verpakt als natuurherstel.

Veldgentiaan, recent verdwenen van Voorne…zal het reddingsplan van 2022 helpen? Foto: Theo Baas
Niet zelden pakt een project ondanks de vaak niet kleinzerige uitvoering na vijf jaar toch nog goed uit voor de natuur. Maar de vraag blijft hoe we kunnen voorkomen dat de bestaande natuur (en de cultuurhistorie) slachtoffer wordt van te voortvarende herstelplannen.
Het is natuurlijk niet allemaal kommer en kwel. Projecten op Voorne die goed gingen en ook deels openbaar gedocumenteerd zijn:
- Reddingsplan veldgentiaan.
- De Eerste Zanderij.
- Herstelplannen Natuurmonumenten de Pan en Stekelhoek: soorten van droge duinen namn toe en er kwamen meer vogels van open duin.
- De Leyse: aantoonbare toename van diverse Rode Lijstsoorten (zie: Duinen en mensen Voorne).
Maar we hebben ook een lijstje minder geslaagde projecten.
Welke waarden hebben we, wat vinden we van belang?
Wanneer vind je iets goed? Elk afweging begint met nadenken over wat je van waarde vindt. In dit stuk wegen we vier waarden: de natuur (als soortenrijkdom), aardkundige waarden (duinvormen, speciale landschapsvormen, belangrijke processen in heden of verleden) de cultuurhistorie (elementen die tekenend zijn of waren in verband met benutting van het landschap) en archeologische waarden in de bodem. Voorne is erg arm aan archeologie maar ook recente vondsten zijn relevant. Wat bijvoorbeeld te denken van het gegeven dat uitgerekend een archeoloog ons hielp het raadsel van de Duitse lis bij bunkers op te lossen? Denk a.u.b. breed en probeer de eigen waarden(schaal) onder ogen te zien. En gaten in de eigen kennis, want die zijn er altijd.

2023: Inspectiepad Duinen van Oostvoorne. Welke natuurwaarden waren hier vóór de ingrepen? Hoe gaat men dit duin open houden? Richting zeereep staat bovendien nog veel struikgewas dus dichtgroeien is een kwesties van (korte) tijd.
Tip: mocht je een project voorbereiden en op meer dan de helft van onderstaande vragen geen antwoord hebben: verzamel eerst meer kennis en denk nog even na.
Bezin voor je begint: waarom willen we ingrijpen en overleggen we dat goed?
Kennis verzamelen en heldere doelen formuleren zijn de allereerste stappen. Verzamel daartoe zoveel mogelijk gegevens over de plek en de geschiedenis en neem dat mee in je plan. Laat onderzoekers/vrijwilligers/aanwonenden meedenken, neem alle soortgroepen mee en kondig je plan online aan zodat mensen kunnen reageren. Vragen om over na te denken:
- Welke natuur wil men eigenlijk en is dat haalbaar op die plek?
- Welke (andere) natuur moet wijken? Zet daarbij alle bekende literatuur en natuurdata over je gebied op een rij. Bijvoorbeeld: in het geval van de Duinen van Oostvoorne was veel over slakken bekend maar is dat meegenomen bij de planvorming (en daarna)? zie Boesveld et al. (2009 en 2018) en dit online artikel.
- Is er meer van belang dan alleen natuurwaarden? Bijv. cultuurhistorie, aardkundige waarden, bijzondere processen, bijzondere bomen waar mensen aan gehechrt zijn etc.
- Kennen we de neveneffecten op bestaande natuur van de beoogde ingrepen?
- Zijn de motieven en doelen expliciet en helder verwoord?
- Is er een afweging van voor- en nadelen?
- Overleggen we over onze a.s. plannen met overheden, buren en betrokkenen?
Ga dus uit van huidige natuur- en cultuurhistorische waarden en noem dit de uitgangssituatie (nulsituatie). Dit is je denkkader bij monitoring en de evaluatie nadat je de ingreep gedaan hebt. Juich niet te snel, want als je meteen na de ingreep kijkt, dan maak je het jezelf erg gemakkelijk. Na kaalslag is er altijd winst! Blik terug op wat er was, anders is de vergelijking vals.
Het plan: waar willen we ingrijpen, waarin gaat het mes?
Ken je de historie van de plek en de bestaande levende have? Beperk het grote graafwerk zoveel als mogelijk, lever maatwerk, want graafmachines kunnen bij goed gebruik heel veel, maar bij haastwerk wordt het een ravage. Onderzoek van vrijwilligers kan als het serieuze monitoring met een wetenschappelijke basis is. Maak ook een goed plan voor beheer-na-ingrijpen. Neem in je plan alvast een evaluatie mee, zodat je een vernietigend rapport van de (lokale) Rekenkamer vóór bent. Toetsvragen om over na te denken:
- Kennen we de uitgangssituatie?
- Hebben we de bodem en de vochtvoorziening in beeld?
- Zijn er soorten van de Rode Lijst dan wel anderszins beschermwaardige soorten (groot en klein)?
- Groeien er bijzondere ‘autochtone’ bomen en andere houtachtigen?
- Is er historisch wetenschappelijk onderzoek van die plek?
- Verkennen we via openbare databases welke soorten er de laatste 10 jaar voorkwamen?
- Doen we zelf onderzoek vooraf, vóór de ingreep, en leggen we dit goed vast?
- Zijn er externe en onafhankelijke deskundigen betrokken?
- Kijken we verder dan alleen naar flora en vogels (die staan voor slechts ca 5% van de aanwezig biodiversiteit)?
Uitvoering: zorg voor wat er staat
Goede aannemers, projectbewaking ter plekke, werk tot op de vierkante meter vastgelegd?
- Hoe willen we ingrijpen?
- Hoe voorkomen we schade aan terreinen die er net naast liggen?
- Komt er veel koolstofdioxide vrij door bodemroering en/of afvoer van biomassa?
- Hoe zorgen we dat er minimale schade aan de bodem optreedt?
- Zijn er (individuele) bomen die beschermd dienen te worden, hoe doen we dat?
- Is er zorgvuldige planning van de ingreep, geen haastwerk & altijd in de winter?
- Hoe te handelen bij onverwachte vondsten, zowel cultuurhistorische elementen als bijzondere soorten?
- Hoe duurzaam (en lokaal) verwerken we vrijgekomen grond en biomassa?

Beschadigde duingraslanden kunnen herstellen maar als het om zeer zeldzame graslanden gaat zoals hier op de Kleine Heveringen, moet je beschadiging zoveel mogelijk vermijden. Elke verruwing van de bodem geeft instroom van ongewenste planten. Je spreidt het bedje voor soms invasieve exoten.
Nazorg
Bij graafwerk, dat vaak tonnen kost, mag een investering in professioneel onderzoek niet ontbreken. Doe degelijk onderzoek dat wetenschappelijke toets kan doorstaan. Bedenk dat ook als de uitgangssituatie niet of niet goed is vastgelegd, na kaalsslag altijd nieuwe natuur volgt. Maar of dat ‘herstel’ is?
- Hoe is de zorg voor het gebied na de ingreep georganiseerd?
- Wie gaat het beheren, en hoe?
- Worden de concrete doelen ook onderzocht en vergeleken met de situatie van voor de ingreep? Rapportage na 1, 6 en 12 jaar?
- Als er sprake is van herstel vanwege milieuproblemen: wanneer moet er opnieuw worden ingegrepen en kan de natuur dat echt aan?
Kortom, er zijn bij forse ingrepen veel onvermijdelijke vragen. Maar met stevig denkwerk, rustige projectvoorbereiding en bekwame begeleiding tijdens uitvoering is veel mogelijk. De aannemers die dit kunnen zijn er! Maar a.u.b. niet bezuinigen op goed (voor)onderzoek of goed opgezette en geformuleerde plannen.

Flora-onderzoek Kleine Heveringen, 2022.